© Knijnenburg Producties 2012

Behandeling voor BPPD - draaiduizeligheid

Therapeuten:
Katja van der Klaauw
Hedwig de Jong

BPPD: benigne paroxysmale positie duizeligheid.
Benigne: goedaardige aandoening.
Paroxysmaal: de duizeligheid kan als zeer heftig worden ervaren en met tussenpozen optreden.
Positieduizeligheid: de draaiduizeligheid wordt door het innemen van een bepaalde positie van hoofd / nek uitgelokt.

De verklaring omtrent het ontstaan van BPPD gaat uit van het feit dat gruis zich kan verplaatsen in de buisjes van het evenwichtsorgaan. Dit kan gebeuren na een hoofdtrauma, na een infectie of als gevolg van “slijtage” van het binnenoor. Deze verplaatsing van gruis leidt tot overprikkeling van het evenwichtsorgaan, hetgeen leidt tot draaiduizeligheid.
Dit verplaatsen van gruis gebeurt bij het bewegen van het hoofd, zoals voorover buigen, omrollen in bed of naar boven kijken. De behandeling van BPPD richt zich dan ook op het weer terug verplaatsen van het gruis naar de “juiste” plaats, door middel van de zogenaamde Epley-manoeuvre. Hierdoor neemt de prikkeling snel af.

In een eerste onderzoek zal ook altijd de nek (cervicale wervelkolom) onderzocht worden, om te komen tot een goede diagnose. Duizeligheid kan namelijk verschillende oorzaken hebben. Soms heeft de huisarts of specialist andere vormen van duizeligheid al weten uit te sluiten.

Inmiddels is er ook bij specialisten (KNO-artsen en neurologen) steeds meer aandacht voor het bestaan van BPPD bij patiënten en de behandeling ervan.

Onze manueeltherapeuten zijn in staat om de Epley-manoeuvre toe te passen. Dit doen zij in samenwerking met huisartsen en KNO-artsen.

<<< Terug